De boodschap van het Bijbelboek Ruth
Kennen we het verhaal van het Bijbelboek Ruth? Vanwege een hongersnood in Betlehem trekt Elimelech met zijn vrouw Noömi en hun beide zoons naar het naburige Moab. Na verloop van tijd sterft haar man daar en ook haar beide zonen. Noömi heeft nu geen nakomelingen meer. De enige die zij nog heeft is haar schoondochter Ruth met wie zijn terugkeert naar Betlehem, omdat zij heeft gehoord dat de hongersnood voorbij is. Daar sluit Boaz, de bloedverwant van Noömi, als losser, een huwelijk met Ruth. Zij krijgen zij een zoon met de naam Obed. Een losser was iemand die voor een familielid het stuk land terugkocht dat deze had moeten verkopen. Boaz koopt het land terug dat de man van Noömi indertijd had moeten verkopen. In deze situatie had Boaz ook de plicht Ruth te huwen om zo voor nageslacht van de overleden zoon van Noömi te zorgen. De uit het huwelijk van Boaz en Ruth geboren Obed is nu rechtens de nakomeling van Noömi. Als Obed is geboren prijzen de buurvrouwen van Noömi haar gelukkig: ‘Geprezen zij de HEER die het u vandaag niet laat ontbreken aan een losser (…).’ Vandaag is zichtbaar geworden wat de losser Boaz voor Noömi heeft betekend (Ruth 4:14).
Obed als voorouder van Jezus
Boaz en Obed uit Betlehem zijn voorouders van David en zo van Jezus. Zie hiervoor Ruth 4: 14 waar staat (NBG ’51): ‘Boaz verwekte Obed. Obed verwekte Isaï en Isaï verwekte David’. De Bijbelschrijvers van het Nieuwe Testament gebruikten in plaats van het Hebreeuwse Oude Testament vaak de oude Griekse vertaling hiervan, bekend als Septuaginta. Daar lezen we in Ruth 4:14 “Geprezen zij de Heer, die vandaag geen einde laat komen (Grieks: kataluoo) aan het losserschap (…).’ Bij kataluoo hoort het zelfstandig naamwoord kataluma, herberg. Beide woorden, herberg en vandaag, komen terug als Lucas ons vertelt van de geboorte van Jezus. Jezus wordt na zijn geboorte in een kribbe gelegd ‘omdat er voor hen geen plaats was in de herberg (Grieks kataluma). En de engel zegt tegen de herders: ‘Voor u is vandaag de Redder geboren.’ Obed betekent ‘knecht’. Jezus wordt in het boek Jesaja en naar aanleiding daarvan in het Nieuwe Testament ook ‘Knecht’ genoemd, de lijdende Knecht van de Heer.
Zacheüs
Het werkwoord kataluoo en ‘vandaag’ vinden we ook als Jezus bij Zacheüs komt (Lucas 19:1-10). Kataluoo heeft twee betekenissen: iets tot een einde laten komen en logeren. Hoewel nu met een andere betekenis, gebruikt Lucas hier hetzelfde werkwoord kataluoo en hetzelfde woord vandaag als het Bijbelboek Ruth. Ik vermoed sterk dat wij in het gebruik van beide overeenkomstige woorden een toespeling van Lucas op Ruth 4:14 mogen zien. Wat voor Noömi een grote blijdschap was, de geboorte van haar kleinzoon die haar nageslacht gaf en zo ook toekomst, krijgt een nog veel diepere betekenis in de komst van Jezus. Ook Hij is een (Ver)losser. Zo zegt Jezus tegen Zacheüs, de tollenaar: ‘Vandaag moet Ik in uw huis verblijven’ en de mensen die hierover boos zijn zeggen: ‘Bij een zondig man ging Hij naar binnen om te logeren’.