Het is mij opgevallen dat de beschrijving van de komst van de wijzen uit het Oosten, hun ontmoeting met koning Herodes en hun ontmoeting met de geboren Koning van de Joden uit zeven gedeelten bestaat. En dat daarbij het centrale deel (deel IV) ook de centrale boodschap geeft. De beschrijving van Jezus’ geboorte geef ik hieronder weer in een eigen vertaling.
Ook vinden we in dit gedeelte tweemaal een ‘sandwich-structuur (A-B-A)’. Dat wil zeggen: er is een beschrijving van een bepaald onderwerp (A). Dit onderwerp wordt onderbroken door een ander onderwerp (B). Daarna lezen we weer verder over onderwerp A. De tekst heeft als het ware de opbouw van een sandwich: brood-beleg-brood. Op de tv wordt deze vorm regelmatig gevolgd bij een reclamespotje. Eerst zie je een reclame van automerk A. Dan volgt een reclame van wasmiddel B; vervolgens is automerk A weer even in beeld.
Een opvallend voorbeeld in de Bijbel hiervan vinden we in Lucas 8:41-56:
A vs. 41-42: Jaïrus, een leidinggevende in de synagoge, smeekt Jezus naar zijn huis te komen vanwege zijn ernstig zieke dochter.
B vs. 43-48 Jezus geneest een vrouw die aan bloedvloeiingen lijdt en Hem aanraakt.
A vs. 49-56 Jezus gaat naar het huis van Jaïrus en wekt het inmiddels gestorven meisje op.
In de weergave van Matteüs van Jezus’ geboorte is dit structuurkenmerk minder opvallend, maar zeker wel aanwezig.
I Jezus’ geboorte
1 18 De geboortegeschiedenis van Jezus Christus was als volgt: Terwijl zijn moeder Maria ondertrouwd was met Jozef, bleek zij, voordat zij samenkwamen, zwanger te zijn uit de Heilige Geest. 19 Jozef, haar man, die oprecht was en haar niet in ongenade wilde laten vallen, wilde in ’t verborgene van haar scheiden. Maar terwijl hij dit overwoog, zie, een engel van de Heer verscheen hem door middel van een droom, zeggend: ‘Jozef, zoon van David, wees niet bevreesd Maria, je vrouw, (tot je) te nemen, want het in haar verwekte is uit de Heilige Geest. Zij zal het leven geven aan een zoon en je zult Hem noemen: Jezus. Want Hij zal zijn volk redden van hun zonden.’ 22 Dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden wat gezegd is door de Heer door middel van de profeet toen hij zei: 23 ‘Zie, de maagd zal zwanger zijn en het leven geven aan een zoon en men zal Hem Immanuël noemen,’ wat vertaald betekent: God met ons.
24 Toen Jozef uit zijn slaap ontwaakt was, deed hij zoals de engel van de Heer hem had opgedragen en hij nam zijn vrouw (tot zich). En hij had geen gemeenschap met haar, totdat zij het leven gaf aan een zoon. En hij noemde Hem: Jezus.
A II Wijzen komen in Jeruzalem
2 1 Toen Jezus geboren was in Betlehem in Judea in de dagen van Herodes, de koning, zie, wijzen van het Oosten kwamen in Jeruzalem, 2 zeggend: ‘Waar is de Koning van de Joden die geboren is? Want wij hebben zijn ster in de opgang gezien en zijn gekomen om Hem te aanbidden.’
B III Koning Herodes doet onderzoek
3 Toen koning Herodes dit hoorde, schrok hij hevig en heel Jeruzalem met hem, 4 en alle hogepriesters en Schriftgeleerden van het volk bijeenbrengend, probeerde hij bij hen uit te zoeken waar de Christus geboren zou worden. 5 Zij zeiden tot hem: ‘in Betlehem in Judea.’ Want zo is geschreven door de profeet: 6 ‘En u, Betlehem, land van Juda, bent zeker niet de geringste onder de leiders van Juda, want uit u zal een leidsman uitgaan die mijn volk Israël zal weiden.’
7 Toen deed Herodes nadat hij de wijzen in het geheim geroepen had, nauwkeurig onderzoek bij hen naar het tijdstip waarop de ster verschenen was, 8 en hen naar Betlehem zendend, zei hij: ‘Nu jullie op weg gaan, doe nauwkeurig onderzoek naar het Kind; en als jullie (Hem) vinden, bericht het mij, opdat ook ik, komend, Hem zal aanbidden.’
A IV De wijzen komen in Betlehem en aanbidden het Kind
9 De koning gehoord hebbend, gingen ze op weg. En zie, de ster die ze hadden gezien in de opgang, ging hen vooruit, totdat, komend, zij bleef staan boven waar het Kind was. 10 Toen zij de ster zagen, verheugden zij zich met zeer grote vreugde. 11 En komend naar het huis, zagen zij het Kind met Maria, zijn moeder, en (ter aarde) vallend, aanbaden zij Hem, en nadat zij hun schatkisten hadden geopend, brachten zij hem geschenken: goud en wierook en mirre. 12 En nadat ze in een droom een Godsspraak ontvangen hadden om niet naar Herodes terug te keren, weken ze langs een andere weg uit naar hun land.
A’ V Jozef wijkt uit voor Herodes
13 Toen zij uitgeweken waren, zie, een engel van de Heer verschijnt door middel van een droom aan Jozef en zegt: ‘Sta op, neem het Kind en zijn moeder en vlucht naar Egypte, en blijf daar, totdat ik het u zeg, want Herodes zal het Kind zoeken om het te doden.’ 14 Terwijl hij opstond, nam hij in de nacht het Kind en zijn moeder en week uit naar Egypte, 15 en hij was daar tot het levenseinde van Herodes, opdat vervuld werd wat is gezegd door de Heer door middel van de profeet, toen hij zei: ‘Uit Egypte heb Ik mijn Zoon geroepen.’
B’ VI Herodes ontsteekt in woede
16 Toen werd Herodes, ziende dat hij werd bespot door de wijzen, zeer woedend en heenzendend bracht hij alle jongens van twee jaar en daaronder in Betlehem en in al haar omstreken om, in overeenstemming met het tijdstip dat hij nauwkeurig bij de wijzen had onderzocht. 17 Toen werd vervuld wat gezegd is door Jeremia, de profeet, toen hij zei: 18 ‘Een stem werd gehoord in Rama, geween en veel rouwklacht: Rachel, wenend om haar kinderen, en zij wilde niet getroost worden, omdat zij niet meer zijn.’
A‘ VII Jozef keert terug naar Israël, wijkt uit voor Archelaüs
19 Toen het (levens)einde van Herodes gekomen was, zie, een engel van de Heer verschijnt door middel van een droom aan Jozef in Egypte, 20 en zegt: ‘Sta op, neem het Kind en zijn moeder en ga naar het land Israël, want zij die het leven van het Kind zochten, zijn gestorven.’ 21 En hij stond op, nam het Kind en zijn moeder en ging naar het land Israël. 22 Maar toen hij hoorde dat Archelaüs koning over Judea was in plaats van zijn vader Herodes, was hij bang om daarheen te vertrekken. Maar nadat hij een Godsspraak ontvangen had door middel van een droom, week hij uit naar het gebied van Galilea, 23 en komend, ging hij wonen in een stad met de naam Nazaret, opdat vervuld werd wat gezegd is door de profeten dat Hij Nazoreeër genoemd zal worden (Matteüs 1:18-2:23 vertaling SA).
We zien:
II-IV is opgebouwd als een sandwich:
II De komst van de wijzen;
III Het onderzoek van koning Herodes;
IV Opnieuw zijn de wijzen actief.
Ook in V-VII vinden we deze structuur:
V Jozef wijkt uit voor Herodes;
VI Herodes ontketent zijn woede;
VII Jozef wijkt opnieuw uit, nu voor de zoon van Herodes.
Tweemaal staat hier de activiteit van Herodes centraal staat. Deze centrale rol van Herodes in dit gedeelte II-VII blijkt ook als we letten op het voorkomen van zijn naam. Die valt hier negen keer. De middelste keer in 2:13: ‘want Herodes zal het Kind zoeken om het te doden.’ Ook horen we hier negen maal van het Kind. De middelste keer eveneens in 2:13: ‘want Herodes zal het Kind zoeken om het te doden.’ De structuur bevestigt zo hoezeer de regerende koning de geboren Koning doden wil.