Introductie

Met de top tot aan de hemel

Een trap waarvan de top tot aan de hemel reikte

De bouwers van Babel willen een stad bouwen met een toren ‘waarvan de top tot aan de hemel reikt (Genesis 11:4)’. Jakob ziet in zijn droom ‘een ladder of (stenen) trap die op aarde wordt geplaatst en waarvan ‘de top reikt tot aan de hemel (Genesis 28:12)’.

In de droom staat God bij hem en spreekt Hij met hem. Het hier gebruikte Hebreeuwse woord (עָלָ֑יו) kan ‘boven hem’, maar ook ‘bij hem’ aanduiden. Bijvoorbeeld in Genesis 18:2, waar we van Abraham lezen ‘en zie, drie mannen stonden bij hem’. Ook hier moet de betekenis ‘bij hem’ zijn, want als hij wakker wordt, roept Jakob verbaasd uit ‘de HEER is in deze plaats (Genesis 28:16)’.

Verder roept Jakob verbaasd uit over de plek waar hij ligt ‘dit moet een poort van de hemel zijn (Genesis 28:17)’. En ook Babel betekent oorspronkelijk ook poort van God (Bab-el).’

Wat is hiervan de boodschap? We kunnen niet in eigen kracht opklimmen tot God, zoals de torenbouwers van Babel wilden, integendeel: God moet tot ons afdalen. Wij hoeven niet sterk te zijn en tot God op te klimmen, integendeel: juist op het moment dat Jakob zwak is (op de vlucht voor zijn broer, alleen, bang), spreekt God met hem en belooft hem: ‘Ik ben met je en zal je beschermen overal waar je heengaat (Genesis 28:15)’.

Dezelfde lijn zien we ook in een andere parallel, die tussen Abraham en de torenbouw van Babel. De torenbouwers van Babel zeggen: ‘laten wij voor ons een naam maken opdat wij niet over de hele aarde verstrooid worden (Genesis 11:4)’. Tegen Abraham zegt God ‘Ik zal uw naam groot maken (Genesis 12:2)’. Ook hier de lijn: wij moeten niet zelf onze naam groot maken, alleen God kan dat doen.

    Wil je reageren?

    You may also like

    Leave a reply

    Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *