Ui

Eeuwig Woord wordt sterfelijk vlees

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

In de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV21) staat in Johannes 1:14 ‘Het Woord is mens geworden en heeft in ons midden gewoond, (…).’ In de vertaling van 1951 lezen we: ‘Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond (…).’

Wat opvalt is dat de NBV21 schrijft: ‘Het Woord is mens geworden’ en de NBG51 ‘Het Woord is vlees geworden’. Ds. H. Pol schrijft in het Kerstnummer van de Groninger Kerkbode (2021) over de vertaling van de NBV21:

Dat is een vertaling heel erg op de mens gericht. (…). In het Grieks staat echter ‘sarks’ en niet ‘antropos’ (het gangbare woord voor mens). Sarks duidt op de mens van vlees en bloed in alle gebrokenheid.’ Zijn conclusie is: ‘Dus toch maar kiezen voor: het Woord is vlees geworden. Dit is meer dan alleen menswording. Met Kerst gaat het om onze totale wereld.

Wat bedoelt Johannes daar nu mee, als hij schrijft dat het Woord vlees geworden is? Laten we eens kijken naar de andere plaatsen in het evangelie van Johannes waar het Griekse woord ‘sarks, vlees’ voorkomt:

  • 1. Johannes 1:13 ‘zovelen Hem aangenomen hebben, heeft Hij bevoegdheid gegeven kinderen van God te worden, hen die in zijn naam geloven, die niet uit bloed, noch uit de wil van het vlees, noch uit de wil van een man, maar uit God geboren zijn.
  • 2. Johannes 1:14 En het Woord werd vlees en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid gezien, (…).
  • 3. en 4. Johannes 3:6 In het gesprek met Nicodemus over opnieuw geboren worden, zegt Jezus op een gegeven moment tegen hem: ‘Wat geboren is uit vlees, is vlees; wat geboren is uit geest, is geest.’ Met vlees is hier het menselijke bestaan in deze wereld bedoeld.
  • 5. In Johannes 6:51 zegt Jezus dat Hij het levende brood is dat uit de hemel is neergedaald. ‘Wie van dit brood eet, zal leven tot in eeuwigheid.’ En, zo gaat Hij dan verder, ‘het brood dat Ik zal geven is mijn vlees voor het leven van de wereld.’
  • 6. Johannes 6:52 De Joodse toehoorders strijden over de vraag: ‘Hoe is deze in staat zijn vlees te eten te geven?
  • 7. In 6:53 zegt Hij met sterke verzekering: ‘Amen, Amen, Ik zeg u, als u niet het vlees van de Mensenzoon eet, en zijn bloed drinkt, hebt u geen leven in uzelf.’
  • 8. In vers 54 ‘Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven, (…).’
  • 9. In vers 55 ‘Want mijn vlees is ware spijs, en mijn bloed is ware drank.’
  • 10. In vers 56 ‘Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem.
  • 11. Maar in vers 63: ‘De Geest is het die levend maakt; het vlees brengt geen voordeel; de woorden die Ik tot u gesproken heb, zijn geest en leven. Jezus bedoelde met zijn vlees eten: in Hem geloven. Om dat te kunnen, moest het Woord vlees worden.
  • 12. In 8:15 zegt Hij tegen de Farizeeën, als ze Hem veroordelen, ‘jullie oordelen naar het vlees’, dus vanaf de buitenkant, zonder inzicht.
  • 13. In Johannes 17:2 bidt Jezus in het hogepriesterlijk gebed deze woorden ‘Verheerlijk uw Zoon, opdat uw Zoon U verheerlijke, zoals U Hem bevoegdheid hebt gegeven over alle vlees om al wat U Hem gegeven hebt, eeuwig leven te schenken.’

Van deze 13 teksten over ‘vlees’ staat de zevende keer precies in het midden. Alleen deze tekst begint met ‘Amen, amen’. Deze tekst kan in dit verband als de kerntekst worden gezien: alleen wie het vlees van de Mensenzoon eet, heeft leven.

Voor wie niet bekend is met de Bijbel, kan een letterlijke vertaling van Johannes 1:14 onbegrijpelijk overkomen. Dat zal de reden zijn dat de nieuwe vertaling uit 2021 ‘sarks’ weergeeft met ‘mens’. Misschien zou het daarom als volgt weergegeven kunnen worden: ‘Het Woord is sterfelijk vlees geworden, en het heeft onder ons gewoond, (…).’ Dan wordt mijns inziens de zin duidelijk en wordt de onthulling van het doel van Jezus’ komst in 17:2 rijker: God heeft Jezus bevoegdheid gegeven om aan alle vlees eeuwig leven te schenken.

Deze woorden doen denken aan de onder 1. genoemde tekst, Johannes 1:13 ‘zovelen Hem aangenomen hebben, heeft Hij bevoegdheid gegeven kinderen van God te worden, hen die in zijn naam geloven, die niet uit bloed, noch uit de wil van het vlees, noch uit de wil van een man, maar uit God geboren zijn.’ In beide teksten, de eerste en de laatste is sprake van bevoegdheid (Grieks: eksousia). Zij die uit God geboren zijn, is door God de bevoegdheid gegeven zijn kinderen te worden. Jezus heeft de bevoegdheid van God gekregen om alle vlees die God Hem heeft gegeven eeuwig leven te schenken.

Aangezien de eerste en laatste tekst met elkaar verbonden zijn en de middelste, de zevende tekst vanwege het dubbele Amen de kernboodschap inluidt, zie ik de ‘sarks’-teksten in het Johannes’ evangelie als verbonden in een ui-structuur, met een kern en een schil, buitense rand.

  • Op de foto bovenin zien we: alle vlees en alle bloem van het veld is als gras. Jezus is vlees geworden, als gras zo kortstondig als een mensenleven, opdat wij in Hem geloven kunnen en voor eeuwig bij Hem zullen mogen zijn.

    Wil je reageren?

    You may also like

    Leave a reply

    Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *